Maak volgende oefeningen:
- Lees het fragment van ‘De reuzenperzik’ (zie hieronder)
- Zoek minstens 30 zelfstandige naamwoorden en schrijf ze op een blad. Vergeet niet het lidwoord te noteren.
- Kies er 10 uit en schrijf er het meervoud naast (bv: de jongen – jongens)
- Neem een foto van je werk en stuur het door naar meester Jos